SOS BRUXELLES
Wie stilletjes had gehoopt dat een maand na de terroristische aanslagen van 22 maart het spreekwoordelijke stof wel vanzelf zou gaan liggen, kwam deze week wel heel bedrogen uit. De aanslagen hebben dieper ingesneden in ons maatschappelijke en economische leven dan iemand wellicht ooit had kunnen vrezen. De Brusselse krant Le Soir trok afgelopen woensdag op de voorpagina aan de alarmbel met de veelzeggende kop “SOS Bruxelles”, pijnlijk geïllustreerd met een foto van een verlaten straat in het centrum van de hoofdstad.
Ook deze week raakte bekend dat zakelijke reizigers de luchthaven van Zaventem de rug toekeren. En wie dacht dat de gevolgen van de aanslagen zouden stoppen aan de grenzen van het Brussels gewest maakt zich ook begoochelingen. Een kwart van de Vlaamse ondernemers voelt vandaag de impact van de terreur en er wordt gevreesd voor een terugval van buitenlandse investeringen in België. Angst regeert in de hoofden van velen vandaag, van De Panne tot Libramont, en kent geen taal of kleur. We zijn vandaag allemaal Brusselaars, of dat we nu willen of niet.
En of zoveel rampspoed nog niet genoeg is, werden deze week ook onze Noordzeekust en zomerse festivalweides uitgeroepen tot “soft spots” voor terroristische waanzin. Intussen deinst luchtvaartmaatschappij KLM er niet voor terug om Belgische passagiers naar Schiphol te lokken met een gratis treinrit. Het aloude gezegde: de ene zijn dood is de andere zijn brood, in combinatie met een flinke scheut Hollandse koopmanschap, maakt nog steeds opgang. Een pijnlijk dieptepunt in een concurrentiestrijd om marktaandeel tussen luchthavens van buurlanden. Solidariteit lijkt ver weg.
Straks zal het parlement zich verdiepen in de oorzaken en aanleidingen van de aanslagen van 22 maart. Het laat zich raden dat messen worden geslepen, oude vetes zullen beslecht worden en dat enkele barbertjes zullen moeten hangen. Maar wie erop rekent dat daarmee zomaar kan over gegaan worden tot de orde van de dag vergist zich. Het zal nooit meer zijn zoals het ooit is geweest. Er is een voor en na 22 maart, zegde premier Michel vorige donderdag nog in TerZake. Het is nuttig en zelfs heilzaam om af te rekenen met een verleden, maar nog veel belangrijker is het om te bouwen aan de toekomst. Dit land heeft bruggenbouwers nodig die mensen verbindt en verenigt, hoop kan brengen en opnieuw een perspectief kan voorhouden. Als dit land in oorlog is dan is het belangrijk om ook de rangen te sluiten tegen een gemeenschappelijke vijand, over de particuliere belangen heen. Dit land heeft het intussen wel gehad met kibbelende burgemeesters en ministers.
Burgemeester Job Cohen van Amsterdam wist na de moord op cineast Theo Van Gogh “de boel samen te houden”. Ook wat houterige en schijnbaar weinig charismatische persoonlijkheden kunnen dan uitgroeien tot boegbeelden die vertrouwen en hoop incarneren. En ook enthoesiasmerend communiceren kan helpen in de wederopbouw. In oktober 2001, slechts één maand na de terreuraanslagen van 9/11 op het World Trade Center, gaf de toenmalige burgemeester van New York, Rudolph Giuliani, de opdracht voor een communicatiecampagne om de “spirit” van de fiere New Yorkers opnieuw op te krikken en om de toeristen opnieuw naar de stad te lokken. Het creatieve idee achter deze campagne was heel simpel, maar welgesmaakt: een unieke cast van supersterren die leven en werken in New York (met onder ander Robert De Niro, Woody Allen en Henry Kissinger) werd opgevoerd in negen reclamefilmpjes waarin ze het punt maakten dat New York een unieke, miraculeuze, plaats is. Een plaats waar dromen werkelijkheid worden. De campagne keek bewust niet achteruit naar de tragedie van enkele weken voordien, maar focuste zich helemaal op de toekomst van New York.
Het lijkt wel een blauwdruk voor de wederopbouw van Brussel en het hele land. En wanneer er hier snel geen Cohens of Giuliani’s opstaan, zullen burgers, verenigingen en ondernemers zelf het initiatief naar zich moeten toetrekken. Het verleden kunnen we niet meer keren, maar onze toekomst die kunnen we wel zelf maken. En die toekomst begint hier en nu.
Fons Van Dyck is managing director bij Think BBDO